Ieder jaar worden in België drie belangrijke gebeurtenissen herdacht die bepalend zijn geweest voor het verleden, het heden en de toekomst van België en Europa. Het herinneringstoerisme richt zich op de Slag bij Waterloo in 1815 (ruim 200 jaar geleden), het begin van de Eerste Wereldoorlog in 1914 (ruim 100 jaar geleden) en de Slag om de Ardennen tijdens de tweede Wereldoorlog in 1944 (ruim 70 jaar geleden).
Slag bij Waterloo (1815)
Tijdens de Slag bij Waterloo op 18 juni 1815 werd Napoleon Bonaparte definitief verslagen door Nederlandse, Britse en Pruisische legers onder leiding van de hertog van Wellington en Blücher. Waterloo behoorde destijds tot de Zuidelijke Nederlanden. Tegenwoordig behoort de plaats tot België en is te vinden ten zuiden van Brussel. In Waterloo vindt u diverse plekken die met de Slag te maken hebben. Ten eerste is er de heuvel met daarop het standbeeld van een leeuw die uitdagen richting Frankrijk kijkt. Aan de voet van de heuvel vindt u het bezoekerscentrum waar onder meer een film wordt vertoond. Ook het Wellington Museum is in Waterloo gevestigd, in het voormalige hoofdkwartier. Natuurlijk kunt u ook een bezoek brengen aan de plek waar Napoleon verbleef tijdens de Slag bij Waterloo.
Ieder jaar wordt de Slag bij Waterloo uitgebreid herdacht. Rondom 18 juni, de dag dat de Slag bij Waterloo plaatsvond, wordt de Slag nagespeeld door duizenden figuranten. U kunt dit spectaculaire schouwspel bijwonen. Houd dus de weekenden rond 18 juni vrij om dit spektakel bij te kunnen wonen.
Anders dan Nederland, werd België tijdens de Eerste Wereldoorlog niet ontzien. Enkele steden, waaronder Luik en Mons (Bergen) kregen het zwaar te verduren en waren het toneel van hevige gevechten. De Slag om Luik (5-16 augustus 1914) was het openingsgevecht van de Duitse invasie van België en staat te boek als de eerste veldslag van de Eerste Wereldoorlog. Enkele dagen later was het de beurt aan Mons. De Slag bij Mons (23-24 augustus 1914) was de eerste confrontatie tussen Duitse en Britse troepen aan het westelijk front.
Ook verder naar het zuiden, bij het plaatsje Virton tegen de Franse grens, waren hevige gevechten. In de grensstreek was 22 augustus 1914 een zwarte dag. Hele dorpen werden platgebrand en er waren slachtpartijen, plunderingen en vernielingen. Naast Virton werden ook plaatsen als Ethe, Bleid, Gomery, latour en Rossignol zwaar getroffen. Op één dag vielen maar liefst 20.000 slachtoffers, waaronder honderden burgerslachtoffers.
De al even beroemde als beruchte Slag om de Ardennen (16 december 1944 – 28 januari 1945) was de laatste confrontatie op Belgisch grondgebied tijdens de Tweede Wereldoorlog. Deze zware en bloedige strijd kende vele slachtoffers, maar betekende wel een omkeer in de strijd van de geallieerden tegen de Duitsers.
Ieder jaar wordt de Slag om de Ardennen in diverse steden herdacht. Plaatsen als Bastogne, Roche-en-Ardenne, Hotton, Houffalize, Malmedy, St. Vith, Marche-en-Famenne en Vliesalm staan in de deze periode in het teken van de Slag. Met veel respect worden soldaten van over zee herdacht, die een zware tol hebben betaald voor de vrede en vrijheid in de steden, dorpen en huizen in de Ardennen.
In de Cour des Mineurs in Luik staat het belangrijkste museum van Wallonië.
Lees verder