Tijdens een vakantie in de Ardennen moet je natuurlijk wel échte Belgische friet eten! Want alleen dan ervaar je die eerste, knisperende hap van een perfect frietje! Vanbuiten goudgeel en krokant, vanbinnen zacht en dampend. Dat is geen gewone patat, dat is de Belgische Friet! En de Belgen zijn er super trots op. Het is echt een stukje culinair erfgoed. Veel mensen proberen thuis ook die perfectie te bereiken, met een slappe, olieachtige teleurstelling als resultaat. Het geheim ligt niet in dure apparatuur, maar in het respecteren van de traditie en het volgen van vijf simpele, maar cruciale stappen!
Stap 1: De juiste aardappel en de dikteDe aardappel is de ziel van de friet. Je hebt dan ook een goede aardappel nodig die de juiste eigenschappen heeft. Zoek naar een zetmeelrijke, bloemige aardappel. De absolute koning is het Bintje. Zijn hoge zetmeelgehalte zorgt ervoor dat hij tijdens het bakken vanbinnen luchtig wordt, terwijl hij vanbuiten die harde korst kan vormen. De juiste dikte is ook belangrijk. We snijden geen dunne sliertjes zoals die rommel van de McDonalds. We snijden friet van ongeveer 1 bij 1 cm. Dit formaat is de garantie dat de binnenkant gaar en zacht wordt, terwijl de buitenkant de tijd krijgt om de perfecte knapperigheid te ontwikkelen. Nadat je de frieten hebt gesneden, dompel je ze minimaal een halfuur onder in koud water. Dit verwijdert overtollig zetmeel en voorkomt dat ze aan elkaar plakken. Maar de écht cruciale stap? Droog ze volledig af voor je begint. Vocht is de vijand van de knapperige friet!

Je kunt de beste aardappel ter wereld hebben maar als je het verkeerde vet gebruikt, is de missie gedoemd te mislukken. Het geheime wapen is ossenwit. De traditionele frituur gebruikt bijna uitsluitend ossenwit (gezuiverd rundsvet). Het is dit vet dat de friet die diepe, nootachtige, en onnavolgbare smaak geeft die je nergens anders vindt. Het is de smaak van België. Als je geen dierlijk vet gebruikt, kies dan voor een hoogwaardige en hittebestendige plantaardige olie zoals arachideolie. Maar wees gewaarschuwd: je levert dan wel smaak in.

We gaan twee keer bakken. Dit is de gouden regel van de Belgische friet. De eerste keer is niet om te bakken, maar om te garen. Het doel is de friet vanbinnen perfect gaar stomen. Verwarm het vet tot een relatief lage 130 tot 140 graden. Laat de frieten rustig bakken in het vet voor ongeveer 6 tot 8 minuten. Ze moeten zacht worden en slechts een bleke, lichtgele kleur krijgen. Haal ze eruit en laat ze uitlekken.

Dit is waar de meeste thuiskoks de fout in gaan. Ze gaan direct door met bakken op een hogere temperatuur. De Belgische friet heeft echter tijd nodig om adem te halen. Spreid de voorgebakken frieten uit op een rooster of een schaal bekleed met keukenpapier. Laat ze minimaal 30 minuten (sommigen zweren bij uren!) op kamertemperatuur afkoelen. Door deze rustperiode verdampt al het resterende oppervlaktevocht. Als je ze dan opnieuw in het hete vet gooit, krijg je die explosie van knapperigheid waar je naar op zoek bent. Dit is de sleutel tot het contrast tussen de zachte binnenkant en de superkrokante buitenkant.

Stap 5: Goudgele Krokante Korst
De frieten hebben gerust. Ze zijn klaar voor hun laatste, snelle en spectaculaire duik in het vet. Voer de hitte op tot 175 tot 180 graden. Bak de frieten slechts 2 tot 4 minuten tot ze die diepe, prachtige goudgele kleur hebben bereikt. Ze moeten dansen in het vet en een krokant geluid maken wanneer je ze uit de mand tilt. Haal ze onmiddellijk uit het vet als ze de juiste kleur hebben. Laat ze kort uitlekken en voeg zout toe naar smaak!
Een friet zonder saus is als een café zonder bier. De keuze aan sauzen is duizelingwekkend, maar er zijn een paar klassiekers die je móét kennen.
Mayonaise: De koningin van de sauzen. Rijk, romig en onmisbaar.
Andalouse: Een pittige saus op basis van mayo met tomatenpuree, paprika en kruiden.
Samurai: Voor de liefhebbers van pit. Mayo met sambal en chili.
Stoofvleessaus: Een warme, rijke saus vol malse stukjes rundvlees.
Tartare: Mayo met fijne kappertjes, peterselie en ui.

In de Ardennen koop je echte Belgische friet bij een frituur of frietkot. In bijna elk dorp of stadje is er eentje te vinden. Je krijgt een portie friet vaak in een puntzak. De Belgische Friet is terecht uitgeroepen tot Nationaal Erfgoed. Het is de perfecte combinatie van culinaire eenvoud en complexe techniek. Dus, ben je in de Ardennen? Dan is er maar één ding dat je te doen staat. Zoek het dichtstbijzijnde frietkot, bestel een frietje met je favoriete saus en geniet van een stukje culinaire geschiedenis.

Une Gaufrette Saperlipopette is een beroemde bakkerij in Luik die bekend staat om zijn Luikse wafels. Deze zware, zoete wafels worden volgens grootmoeders recept gemaakt en trekken vele toeristen aan. In dezelfde straat waar je de wafels kunt kopen, is nu ook "Saperlipopette à la patate" te vinden. Het is de uitbreiding van dit succesvolle concept naar de hartige keuken. In deze friterie worden klassieke Belgische frites en andere gefrituurde lekkernijen verkocht. Zo combineert het merk in Luik het beste van de Belgische zoete (wafels) en hartige (friet) traditie.
Foto's: © WBT + SpankyNew (cc, via Flickr)
Maak tijdens een rondleiding kennis met de lekkerste Belgische whisky van The Owl Distillery.
Lees verder